Algemeen
Algemeen
Binnen de gemeente is een groot vermogen geïnvesteerd in kapitaalgoederen als wegen, openbare verlichting, riolering, groen en gebouwen. Deze kapitaalgoederen zijn van cruciaal belang voor wonen, werken, vervoer, recreatie en huisvesting van de gemeentelijke diensten en instellingen. Het gewenste kwaliteitsniveau voor gebruik, inrichting en beheer wordt door de raad vastgesteld met beleidsplannen en door het college uitgewerkt in de diverse beheer- en uitvoeringsplannen.
Een omvangrijk deel van de begroting is bestemd voor het onderhoud van kapitaalgoederen in de openbare ruimte.Het is van belang dat hierover een zorgvuldig beheer wordt gevoerd, want het is juist de kwaliteit van de openbare ruimte die door de inwoners vaak intensief wordt beleefd.
Met het in de raadsvergadering van 25 september 2017 vastgestelde beleidsplan Integraal beheer openbare ruimte (IBOR) is de gewenste onderhoudskwaliteit voor de meeste kapitaalgoederen in de openbare ruimte vastgelegd. Met het vastgestelde niveau wordt ingezet op het handhaven van de groene, veilige, duurzame en nette kwaliteit van de openbare ruimte. In het beleidsplan zijn de verschillende kwaliteiten uitgewerkt per functiegebied en worden de accenten per kern toegelicht. Onderstaande figuur geeft een samenvatting van de vastgestelde inrichtings- en onderhoudskwaliteit. De onderhoudskwaliteit wordt gemeten volgens de (beeld)kwaliteitscatalogus openbare ruimte van het CROW (Publicatie 323).
In deze paragraaf worden voor de kapitaalgoederen wegen, infrastructurele (civiele) kunstwerken, openbare verlichting, riolering, water, openbaar groen en gebouwen achtereenvolgens aangegeven:
- Het beleidskader;
- Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren;
- Financiële consequenties beleidsdoel.
Voordat we daarmee starten, volgt eerst een samenvattend overzicht van de actualiteit van onze plannen en de verwerking daarvan in deze begroting.
Beleidsplan | Betreft periode (vaststelling)* | Financieel |
---|---|---|
Integraal beheer openbare ruimte | 2017-2021 (2017) | Ja |
Licht in de Openbare Ruimte | 2016-2020 (2016) | Ja |
Gemeentelijk verkeers- en vervoersplan | 2016-2026 (2016) | Ja |
Groenstructuurplan | 2013-2017 (2013) | Ja |
Grondwaterbeleidsplan | 2013-2017 (2013) | Ja |
Onderhoud gemeentelijke gebouwen | 2013-2017 (2012) | Ja |
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan | 2012-2015 (2011) | Ja |
Landschapsontwikkelingsplan (LOP) | 2010-2020 (2010) | Ja |
Beheerplan | Betreft periode (vaststelling)* | Financieel |
---|---|---|
Wegenbeheerplan | 2017-2020 (2017) | Ja |
Civiele kunstwerken | 2018-2022 (2017) | Ja |
Uitvoeringsprogramma GVVP | 2016-2018 (2016) | Ja |
Speelplaatsenbeheersplan | 2014-2018 (2014) | Ja |
Rioolbeheerplan | 2015-2018 (2014) | Ja |
Berm- en slootbeheersplan | (1998) | Ja |
*) De looptijd van een aantal plannen is inmiddels verstreken. Hieruit vloeien geen consequenties voort. De 'oude' plannen zijn nog toepasbaar en worden (waar nodig) binnen afzienbare tijd geactualiseerd.
Wegen
Het beleidskader
Het beleidsplan integraal beheer openbare ruimte vormt het beleidskader voor het onderhoud van de gemeentelijke wegen. Met het beleidsplan is het gewenste onderhoudsniveau en zijn de benodigde financiële middelen vastgelegd. Met het vastgestelde niveau wordt ingezet op het behoud van onze duurzame en veilige wegen. Het beleid is uitgewerkt in het vastgestelde wegenbeheerplan (college van B&W 12 juni 2017).
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De omvang van het gemeentelijke wegennet bestaat naast bermen en bermsloten uit ongeveer 2,7 miljoen vierkante meter verhard oppervlak en ongeveer 0,2 miljoen vierkante meter onverharde en half verharde paden en rijbanen.
De onderhoudstoestand van wegen is onderverdeeld naar de volgende vier thema’s: duurzaamheid, veiligheid, comfort en aanzien. De onderhoudstoestand wordt beoordeeld conform de beeldkwaliteitscatalogus openbare ruimte en aan de hand van de criteria voor rationeel wegbeheer van het CROW.
Voor duurzaamheid en veiligheid geldt het beeldkwaliteitsniveau B (voldoende – functioneel), die is vertaald naar het zogenoemde kwaliteitsniveau R voor rationeel wegbeheer, waarbij het percentage verharding onvoldoende ≤ 4%. Voor aanzien geldt het beeldkwaliteitsniveau C (Matig), waarbij het percentage verharding onvoldoende ≤ 7%.
Indicator | Bron | 2016 |
Duurzaamheid percentage verharding onvoldoende ≤ 4% | Inspectie | 4% |
Veiligheid percentage verharding onvoldoende ≤ 4% | Inspectie | 4% |
Aanzien percentage verharding onvoldoende ≤ 7% | Inspectie | 7% |
Financiële consequenties beleidsdoel
De totale lasten/baten voor wegen (exclusief apparaatskosten) vallen onder programma 3 Beheer openbare ruimte en omvatten de verharde en onverharde wegen. Het budget is opgedeeld in regulier budget en budget voor groot onderhoud. Dit budget is exclusief het budget voor het reinigen van de openbare ruimte maar inclusief het budget voor bermen en bomen in het buitengebied.
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Regulier budget | 321 | 385 | 389 | 398 |
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Groot onderhoud budget | 830 | 830 | 830 | 830 |
Infrastructurele kunstwerken (verkeersbruggen en duikers)
Het beleidskader
Het beleidsplan Integraal beheer openbare ruimte vormt het beleidskader voor het onderhoud van de gemeentelijke civiele kunstwerken. Met het beleidsplan is het gewenste onderhoudsniveau en de benodigde financiële middelen vastgelegd. Met het vastgestelde niveau wordt ingezet op het behoud van onze duurzame en veilige kunstwerken. Het beleid is uitgewerkt in het vastgestelde beheerplan civiele kunstwerken.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Het areaal bestaat uit 60 objecten onderverdeeld 10 verkeersbruggen, 15 duikerbruggen, 25 fiets- en voetgangersbruggen, 3 tunnels, 6 kademuren en 1 overkluizing. Daarnaast heeft de gemeente circa 530 duikers in beheer.
In het beheerplan wordt voorgesteld om de civiele kunstwerken op een “redelijk” onderhoudsniveau te onderhouden (conditiescore 3 NEN 2767-4). Dit onderhoudsniveau komt overeen met het afgesproken beeldkwaliteitsscore “B” in de IBOR.
Financiële consequenties beleidsdoel
De totale lasten/baten voor civiele kunstwerken (exclusief apparaatskosten) vallen onder programma 3 beheer openbare ruimte. Het budget is opgedeeld in regulier budget en budget voor groot onderhoud.
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Regulier budget | 12 | 12 | 12 | 12 |
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Groot onderhoud budget | 44 | 44 | 44 | 44 |
Openbare verlichting
Het beleidskader
Het beleidskader voor de openbare verlichting is in de raadsvergadering van 24 oktober 2016 vastgelegd in het beleidsplan Licht in de Openbare Ruimte. Er is in het digitale beleidsplan vastgelegd waarom, waar en hoe openbare verlichting wordt toegepast evenals het kwaliteitsniveau en de financiële middelen. Het vastgestelde beleidsplan Integraal beheer openbare ruimte bekrachtigt het eerder vastgestelde gedifferentieerde onderhoudsniveau.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
Het openbare verlichtingsareaal in onze gemeente bestaat uit (afgerond): 5.800 lichtmasten, 6.000 armaturen en 6.100 lampen. Jaarlijks verbruikt de openbare verlichtingsinstallatie ca. 920.000 kWh elektrische energie.
De onderhoudstoestand wordt beoordeeld conform de beeldkwaliteitscatalogus openbare ruimte van het CROW. Voor centrumgebieden geldt het beeldkwaliteitsniveau A en voor de overige functiegebieden geldt een beeldkwaliteitsniveau B.
Financiële consequenties
Voor de openbare verlichting worden kosten gemaakt. Deze kosten worden verdeeld volgens de landelijke kengetallensystematiek van de NSVV (Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde). De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget, waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders.
Er wordt onderscheid gemaakt in drie kostensoorten:
- Energiekosten: netwerkkosten, kosten levering en de energiebelasting.
- Onderhoud en Beheer: onderhoud aan de masten en lampen en schades.
- Investeringskosten: kosten voor renovaties die zijn opgenomen in het investeringsplan.
De drie kostensoorten voor openbare verlichting zijn in de gemeente Dalfsen als volgt:
Exploitatie exclusief investeringen(energie, dagelijks beheer en onderhoud)
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Openbare verlichting | 182 | 178 | 177 | 177 |
Voor de renovaties van de installaties heeft de gemeenteraad uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld door middel van het investeringsplan. Volgens het vastgestelde investeringsplan 2017 – 2020 ziet het overzicht voor vervanging er in de komende jaren als volgt uit:
Investeringen (groot onderhoud binnen de exploitatie)
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Openbare verlichting | 100 | 110 | 110 | 110 |
Bovenstaande kosten hebben betrekking op het beheer en onderhoud van de aanwezige verlichtingspunten. Dat wil zeggen: de kosten van de aanleg van verlichtingspunten in nieuwe woonwijken, industrieterreinen, herinrichtingsplannen en inbreidingslocaties zijn hierin niet opgenomen. De kosten voor de aanleg van openbare verlichting in nieuwe woonwijken en industrieterreinen worden opgenomen en verantwoord in de grondexploitatie.De kosten voor de aanleg van openbare verlichting bij inbreidingen of grootschalige herinrichtingsplannen worden opgenomen in de desbetreffende exploitaties.
Riolering
Het beleidskader
Het beheer van de gemeentelijke riolering vindt plaats op basis van het in 2011 vastgestelde verbreed Gemeentelijke Rioleringsplan (vGRP). De verplichting voor het hebben van dit plan is vastgelegd in de Wet Milieubeheer (Wm). Het plan beschrijft hoe wij invulling geven aan onze wettelijke zorgplichten voor het inzamelen en transporteren van afvalwater, hemelwater en grondwater. Doelstellingen hierbij zijn onder andere:
- Het inzamelen van het geproduceerde afvalwater en overtollige hemel- en grondwater naar een geschikt lozingspunt.
- Het (afval)watersysteem en het beheer hiervan moeten doelmatig, duurzaam en robuust zijn.
- Het afvalwatersysteem moet natuurlijke systemen (o.a. oppervlaktewater en bodem) niet verstoren in hun functioneren.
- Overlast en schade moet worden voorkomen en hinder moet worden beperkt tot een acceptabel niveau.
- Continuïteit van (afval)watersysteem en zijn beheer moeten worden nagestreefd.
Het gemeentelijke rioleringsplan wordt in 2017 geactualiseerd.
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Riolering bestaat uit diverse objecten zoals buizen, putten en pompen voor inzameling en transport van afvalwater, maar bijvoorbeeld ook wadi's voor de infiltratie van regenwater. In hoofdzaak bestaat de riolering uit 169 kilometer vrijverval riolering en 63 kilometer mechanische riolering. Er zijn meer dan 3.500 inspectieputten, 30 gemalen en 300 pompunits.
Elk jaar worden gemalen, pompunits en 1/10e deel van het vrijverval stelsel gereinigd en geïnspecteerd om het onderhoudsniveau te monitoren en de te nemen maatregelen te bepalen. De riolering is in goede staat en er is geen sprake van achterstallig onderhoud.
Financiële consequenties
In het gemeentelijke rioleringsplan is de huidige situatie omschreven, is de ambitie met het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld en zijn de bijbehorende maatregelen en middelen bepaald. Het totaalpakket vormt de grondslag voor het kostendekkende tarief van de rioolheffing. Er wordt voor de riolering met een voorziening voor toekomstige onderhoud gewerkt. De totale lasten van de riolering vallen onder programma 8 duurzaamheid en milieu.
Exploitatie exclusief investeringen (dagelijks onderhoud)
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Riolering | 360 | 360 | 362 | 362 |
Mutatie voorziening riolering
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Bruto Dotatie | 619 | 586 | 542 | 519 |
Om invulling te geven aan de gestelde doelen zijn voor de maatregelen de volgende bedragen opgenomen. Het bedrag wordt onttrokken aan de voorziening riolering.
Groot onderhoud
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Maatregelen uitvoering GRP | 50 | 275 | 275 | 275 |
Bedrag is exclusief de onttrekking aan de voorziening.
Nieuwe investeringen
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Nieuwe ontwikkelingen GRP | 0 | 5 | 5 | 5 |
Water
Het beleidskader
Het gaat hier met name om het beheer van watergangen met een schouwplicht. Andere watergangen zijn functioneel onderdeel van wegen of openbaar groen en worden vanuit de betreffende budgetten gedekt. De beheerkosten worden gemaakt voor het maaien en onderhouden van watergangen (met name in het buitengebied) en het afvoeren of verwerken van het maaisel.
Het beleidskader wordt gevormd door;
- de Waterwet;
- de Keur van het waterschap Drents Overijsselse Delta, (keur WDOD zuid);
- de Legger van het waterschap Drents Overijsselse Delta (Legger gebied voormalig Groot Salland);
- de Flora en faunawet;
- Wet milieubeheer (Wm).
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Jaarlijks vindt onderhoud plaats aan de watergangen met een schouwplicht en wordt het schouwafval opgeruimd waarvoor een ontvangstplicht bestaat.
De omvang van de leggerwatergangen (watergangen met schouwplicht) die in samenwerking met aanliggende eigenaren worden onderhouden, omvatten 86 km aan lengte. Voor 110 km aan watergangen geldt een schouwplicht en wordt het schouwafval opgeruimd.
Financiële consequenties
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders. De totale lasten van de watergangen:
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Watergangen | 82 | 82 | 82 | 82 |
Openbaar groen
Het beleidskader
Het onderhoud en de inrichting van hetopenbaar groen vindt plaats conform het Groenstructuurplan gemeente Dalfsen (GSP) 2013-2017. In het GSP worden de kwaliteiten van de groene openbare ruimte in de vijf kernen beschreven, gewaarborgd en versterkt.
Tevens zijn visies ontwikkeld voor de beleidsthema’s bomen, snippergroen, omvorming in relatie tot bezuinigingen en wateropvang, speelplaatsen en honden. De zonering in beeldkwaliteit, richtlijnen voor de verschillende beheervormen en groeninrichting en de bedrijfsvoeringsvraagstukken zijn tevens vastgelegd. Het plan wordt afgesloten met een financiële vertaling van de uitvoeringsprojecten.
Het beleidsplan Integraal beheer openbare ruimte bekrachtigt het eerder vastgestelde gedifferentieerde onderhoudsniveau.
Begin 2018 staat actualisatie van het GSP op de planning. Hierbij zal (extra) aandacht geschonken worden aan klimaatadaptatie en de (grote) rol die groen hierbij kan vervullen.
Kwalitatieve en kwantitatieve indicatoren
Het openbaar groen in de gemeente Dalfsen omvat in totaal ± 142 ha. Het totale bomenbestand binnen de kom beslaat ruim 17.100 stuks. De beeldkwaliteit die (over het algemeen) gehanteerd wordt is onderhoudsniveau A in winkelgebieden en onderhoudsniveau B voor de overige gebieden binnen en buiten de bebouwde kom.
Financiële consequenties
Er wordt onderscheid gemaakt in twee kostensoorten:
- Onderhoud en beheer aan de groene (en blauwe) buitenruimte (bomen, bosplantsoen, heesters, gras), hondentoiletten.
- Investeringskosten: de uitvoeringsprojecten uit het GSP worden betaald uit de reserve herstructurering openbaar groen. Deze reserve wordt gevoed door de verkoop van openbare groenstroken.
De afgelopen jaren is er sprake geweest van een budget waarmee invulling gegeven kan worden aan de beleidskaders. De kosten voor openbaar groen zijn in de gemeente Dalfsen als volgt:
Exploitatiekosten exclusief investeringen (dagelijks beheer en onderhoud)
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Openbaar Groen | 569 | 568 | 568 | 568 |
Voor de uitvoeringsprojecten heeft de gemeenteraad uitvoeringskredieten beschikbaar gesteld bij het vaststellen van het GSP en het investeringsplan. Wanneer de verkoop van openbaar groenstroken stagneert en de reserve niet meer wordt aangevuld, dan worden de uitvoeringsprojecten uitgesteld.
Investeringen (groot onderhoud binnen de exploitatie)
x € 1.000 | Begroting 2018 | Begroting 2019 | Begroting 2020 | Begroting 2021 |
---|---|---|---|---|
Openbaar groen | 40 | 44 | 44 | 44 |
De kosten voor de aanleg van openbaar groen in nieuwe woonwijken en bedrijventerreinen zijn opgenomen en verantwoord in de grondexploitaties.
Gebouwen
Het beleidskader
De wijze waarop de gemeentelijke gebouwen worden onderhouden en in stand worden gehouden, is vastgelegd in het beleidsplan Onderhoud Gemeentelijke Gebouwen 2013 - 2017. Dit beleidsplan is vastgesteld in de raadsvergadering van 26 november 2012. Een nieuw geactualiseerd beleidsplan bieden wij in november 2017 aan de raad aan.
Kwantitatieve en kwalitatieve indicatoren
De gemeente heeft 25 kleinere en grote gebouwen in eigendom. Gezamenlijke deler is dat alle gebouwen worden gebruikt voor maatschappelijke doeleinden. Alle gebouwen bij elkaar hebben een bruto vloeroppervlakte van ruim 21.000 m² en vertegenwoordigen een WOZ-waarde van in totaal ruim 22 miljoen euro.
In het huidige beleidsplan zijn onderstaande eisen voor de kwaliteit en duurzaamheid periode 2013–2017 opgenomen:
- Gemeentehuis te Dalfsen en ’t Olde Gemientehuus te Nieuwleusen in stand houden in een hoge kwaliteit;
- Alle andere gebouwen in stand houden in een kwaliteit boven het gemiddelde;
- Gebouwen die binnen afzienbare tijd worden gesloopt in stand houden in een kwaliteit onder het gemiddelde tot laag;
- Gebouwen die ook in de (midden)lange termijn in stand blijven verder verduurzamen;
- Duurzame aspecten betrekken bij de inkoop en aanbestedingen van beheer- en onderhoudsprojecten.
Financiële consequenties
De benodigde middelen voor de uitvoering van werkzaamheden worden ten laste gebracht van de jaarbegroting (contracten, abonnementen, klachtenonderhoud) of worden onttrokken aan de voorziening groot onderhoud gebouwen (meerjarenonderhoud en eenmalige uitgaven).
De voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen wordt gevoed vanuit de jaarlijkse dotaties voor diverse gebouwen. Deze jaarlijkse dotatie is gebaseerd op een onderhoudsplanning van vijf jaar. De jaarlijkse dotatie is € 100.500. In het nieuw op te stellen beleidsplan worden de financiële consequenties voor de periode van 2018-2022 meegenomen en voorgelegd aan uw raad.
Conform de nota reserves en voorzieningen 2015 - 2018 is de drempel van € 500.000 per 31 december 2015 vervallen. De stand van de voorziening groot onderhoud gebouwen per 31 december 2016 was afgerond € 202.000.
De gemeente heeft geen gebouwen voor onderwijs in eigendom. Voor de onderwijsgebouwen geldt een afzonderlijke vergelijkbare systematiek.
Verzekeringsbeleid
Van de gemeentelijke kapitaalgoederen zijn de gebouwen, inclusief die voor het onderwijs, verzekerd op basis van een uitgebreide gevarenpolis (brand, storm, inbraak e.d.) op VNG voorwaarden en kent een eigen risico van € 1.000.
Deze twee polissen zijn in oktober 2014 Europees aanbesteed. Beide polissen hebben een looptijd van drie jaar (01-01-2015 tot 01-01-2018), met de mogelijkheid tot verlenging met één jaar. Voor het jaar 2018 wordt gebruikgemaakt van de verlengingsmogelijkheid. In 2018 zullen deze twee polissen opnieuw worden aanbesteed.
Alle gebouwen worden in 2017 opnieuw getaxeerd. Deze taxaties hebben een geldigheidsduur van zes jaar.