Algemeen
Algemeen
In de gemeente Dalfsen is het beleid rond de lokale heffingen gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
- De jaarlijkse trendmatige stijging van de tarieven dient als correctie op de inflatie en is in meerjarenperspectief voor 2018 vastgesteld op 1%;
- Er is een tariefdifferentiatie tussen woningen en niet woningen bij de OZB;
- De kwijtscheldingsmogelijkheden voor de burger worden optimaal benut;
- Er wordt een actief informatiebeleid nagestreefd;
- Leges en tarieven dienen zoveel mogelijk kostendekkend te zijn.
De lokale heffingen vormen een belangrijke inkomstenbron van de gemeente, die vooral door de burgers opgebracht dienen te worden. De aandacht voor de lokale lastendruk neemt de laatste jaren toe. Wanneer de lokale lastendruk wordt uitgedrukt in een percentage van het gezinsinkomen blijkt de invloed relatief beperkt. Van de bijkomende woonlasten (de woonlasten naast de hypotheeklasten) zoals belastingen op water, energie, het eigenwoningforfait en de overdrachtsbelastingen maakten gemeentelijke belastingen in 2017 18% uit. Dit percentage was in 2016 19% en in 2015 en 2014 17%. Voor een overzicht van de lastendruk als percentage van het gezinsinkomen wordt verwezen naar figuur 7 uit de COELO Atlas van de lokale lasten 2017.
Figuur 8 laat zien dat de aandelen van de verschillende woonlastencomponenten de afgelopen jaren niet sterk veranderd zijn. Er is één uitzondering: de overdrachtsbelasting is sinds 2012 fors lager. Dat komt omdat het tarief is verlaagd van 6 naar 2 procent. (Bron: COELO Atlas van de lokale lasten 2017, figuur 8).
Kwijtscheldingsbeleid
In de gemeente Dalfsen is het mogelijk om volledige dan wel gedeeltelijke kwijtschelding te verkrijgen voor de afvalstoffenheffing, hondenbelasting en rioolheffing. Voor de afvalstoffenheffing geldt dat kwijtschelding slechts mogelijk is voor het vastrecht. Bij de hondenbelasting is alleen voor de belasting voor de eerste hond kwijtschelding mogelijk. In 2017 is door GBLT de gewijzigde systematiek voor de rioolheffing ingevoerd. Voor de belasting gebruikersdeel per jaar, bij een hoeveelheid afgevoerd afvalwater van 0 m³ tot en met 500 m³, kan kwijtschelding worden verleend.
In totaal is er een bedrag van ongeveer € 34.000 gemoeid met het huidige kwijtscheldingsbeleid. Bij de beoordeling van de verzoeken om kwijtschelding hanteert GBLT de zogenaamde 100% norm. Inwoners die twee jaar of langer zijn aangewezen op een bijstandsuitkering krijgen automatisch kwijtschelding. Op basis van melding door de gemeente verleent GBLT aan deze mensen automatisch kwijtschelding.
Wet Waardering Onroerende Zaken
Met ingang van 2007 dient de WOZ-waarde jaarlijks opnieuw bepaald te worden. Om dit te kunnen doen, worden er procesmatig object- en marktgegevens bijgehouden en verwerkt. Vanaf 2016 worden de werkzaamheden voor de uitvoering van de Wet WOZ verzorgd door het GBLT.
Vanwege de positieve economische ontwikkelingen zien wij een herstel op de vastgoedmarkt. Aangezien de herwaardering voor 2018 nog niet is afgerond (planning half oktober) kunnen wij u nog niet informeren over de definitieve uitkomsten van de herwaardering.
Zoals bekend wordt de uitvoering van de Wet WOZ bij de gemeente gecontroleerd door de Waarderingskamer. In het rapport van bevindingen wordt de weergave van de inspectie weergegeven. Het eindoordeel bestaat uit een viertal oordeelcategorieën te weten:
1. De uitvoering verloopt goed
2. De uitvoering is voldoende
3. De uitvoering moet op onderdelen verbeterd worden
4. De uitvoering moet dringend verbeterd worden.
Tijdens de inspectie van augustus 2015, is geconcludeerd dat de uitvoering goed verloopt. Naar aanleiding van het onderzoek naar de kwaliteit van de taxaties in januari 2017 is het oordeel van de Waarderingskamer bijgesteld naar voldoende. De Waarderingskamer heeft ingestemd met bekend maken WOZ-waarden voor 2017. De kritiek van de Waarderingskamer richt zich vooral op de juistheid en volledigheid van secundaire objectkenmerken. Onder secundaire objectkenmerken wordt verstaan de kwaliteit, onderhoudstoestand (binnen en buiten), uitstraling, doelmatigheid, het voorzieningenniveau en de ligging. Tussen GBLT en de Waarderingskamer zijn afspraken gemaakt om de punten van kritiek naar een hoger niveau te brengen.
Overzicht kostendekkendheid
Als gevolg van de wijzigingswet BBV (Besluit Begroting en Verantwoording) dient per 2017 de paragraaf lokale heffingen een overzicht op hoofdlijnen te bevatten van de diverse heffingen. In dit overzicht dient inzichtelijk te worden gemaakt hoe bij de berekening van de tarieven van heffingen, die hoogstens kostendekkend mogen zijn, wordt bewerkstelligd dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet overschrijden. Ook dient naar voren te komen wat de beleidsuitgangspunten zijn die ten grondslag liggen aan deze berekeningen en hoe deze uitgangspunten bij de tariefstelling worden gehanteerd.
De “grote belastingen”, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, zijn hierbij het meest in het oog springend. Jaarlijks wordt aan de hand van de kosten een becijfering gemaakt van de hoogte van de benodigde opbrengsten. Bij beide belastingen worden grote tariefschommelingen afgevlakt door te werken met een voorziening. Voor “kleine belastingen” als de diverse legessoorten mogen maximaal kostendekkende tarieven worden gevraagd.
Rioolheffing
Eind 2011 is het Gemeentelijke Rioleringsplan vastgesteld. In 2017 wordt het Gemeentelijk Rioleringsplan geactualiseerd en aan uw raad aangeboden. In het plan staat de financiële onderbouwing van de tariefstelling voor de komende jaren. Er wordt gespaard in een voorziening om in de toekomst onderhoud te kunnen uitvoeren, zonder dat de tarieven dan hoeven te stijgen.
Eind september 2016 heeft uw raad een voorstel aangenomen waarbij er naast een eigenaar heffing, ook een gebruikersheffing wordt ingevoerd. Het gebruik is gekoppeld aan het drinkwaterverbruik. Hierbij wordt de grootverbruiker via een gestaffelde opbouw aangeslagen. Hiermee wordt meer recht gedaan aan het principe ‘de lozer betaalt’. GBLT heeft de gewijzigde systematiek in 2017 ingevoerd.
Afvalstoffenheffing
Bij de behandeling van het voorstel om over te gaan tot de 2e fase van het omgekeerd inzamelen (oktober 2014), is in principe besloten om het vastrecht tot 2017 stapsgewijs te verhogen € 120. Via het raad-informatiesysteem is uw raad nader geïnformeerd over de financiële consequenties van het omgekeerd inzamelen. Het tekort wordt gedekt uit de voorziening reiniging. Het grootste deel van het bedrag aan kwijtschelding gaat op aan kwijtschelden van het vastrecht afvalstoffen heffing, daarom is het in het overzicht kostendekkendheid in zijn geheel meegenomen.
Leges
Titel 1 Algemene dienstverlening
De tarieven voor de rijbewijzen en reisdocumenten worden door het Rijk vastgesteld. Dit betekent dat de gemeente beperkt invloed heeft om te streven naar een volledige mate van kostendekkendheid. Daarnaast brengen de servicepunten extra kosten met zich mee.
Titel 2 Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/ omgevingsvergunning
Titel 3 Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
Voor de leges in algemeenheid geldt dat voor 2018 een trendmatige aanpassing van 1% wordt doorgevoerd. De verordening en tarieventabel worden verder geactualiseerd op basis van recente wetswijzigingen en bedrijfsvoering. Binnen de titels van de legesverordening is er geen sprake van kruissubsidiëring. Bij kruissubsidiëring worden onrendabele activiteiten gesubsidieerd met winst uit rendabele activiteiten.
Lijkbezorging
Gelet op het feit dat de begraafplaatsen een parkachtig karakter hebben, is een hogere mate van kostendekkendheid moeilijk te realiseren.
Tarievenbeleid overige belastingen 2018
Onroerende-zaakbelastingen (OZB)
Voor 2018 wordt rekening gehouden met een trendmatige verhoging van 1% en met areaaluitbreiding door nieuwbouw. Omdat de gegevens van de hertaxatie in oktober 2017 bekend worden, kunnen dan pas de nieuwe tarieven worden berekend. Gelet op de positieve ontwikkelingen op de woningmarkt kan dit betekenen dat de totale WOZ-waarde ten opzichte van 2017 stijgt. De ontwikkeling voor het bedrijfsonroerend goed is nog niet stabiel waardoor hier nog een daling wordt verwacht.
Hondenbelasting
De opbrengst van de hondenbelasting komt ten goede aan de algemene middelen. Hondenbelasting wordt geheven per hond, voor iedere hond boven het aantal van één binnen hetzelfde huishouden wordt anderhalf maal het tarief in rekening gebracht. Voor 2018 is rekening gehouden met de trendmatige tariefsverhoging van 1%.
Precariobelasting
Voor 2018 wordt een trendmatige aanpassing van 1% doorgevoerd.
Toeristenbelasting
Voor 2018 blijft het tarief per overnachting gehandhaafd op € 0,85.