In deze paragraaf wordt het actuele financiële meerjarenbeeld voor de programmabegroting 2018-2021 weergegeven. De mutaties na de perspectiefnota 2018 zijn hierbij toegelicht.

Meerjarenperspectief na Perspectiefnota 2018-2021

2018

2019

2020

2021

S.4

Struct.resultaat na onontkoombare mutaties, uit Perspectiefnota S.4 pag. 50

497.000

539.000

995.000

973.000

Meicirculaire 2017

798.000

686.000

473.000

538.000

S.y

Invulling financiële ruimte structureel, uit Perspectiefnota S.y pag. 39

-1.233.000

-1.285.000

-1.337.000

-1.387.000

Correctie op financiële ruimte/taakstelling ombuigingen

654.500

644.500

644.500

644.500

Stelpost tegenvallend accres/Sparen voor invest./ PM-posten

-250.000

-250.000

-250.000

-250.000

C.A.O. gemeenten, aanvullend 0,5%

-70.000

-70.000

-70.000

-70.000

Dekking uit Stelpost voor loon-prijscompensatie, meicirculaire 2017

70.000

70.000

70.000

Nadeel ivm toerekenen uren niet meer aan GREX

-85.000

-86.000

-87.000

-88.000

Baten 2021 ophogen met 1% t.o.v. 2020

72.000

Salarissen 1% ophoging 2020-2021

-140.000

Dekking uit Stelpost voor loon-prijscompensatie, meicirculaire 2017

140.000

Noodzakelijke financiële wijzigingen

-149.000

-199.000

-167.000

-140.000

Dekking omgevingswet uit stelpost tegenvallend accres

60.000

110.000

80.000

50.000

Overige autonome wijzigingen en afrondingen

9.000

-30.000

-111.000

-163.000

Structureel resultaat Programmabegroting 2018-2021

231.500

129.500

240.500

249.500

2018

2019

2020

2021

I.2

Incidenteel Resultaat Perspectiefnota excl. Wensen

-237.500

-136.000

-105.500

-44.000

S.y

Invulling financiële ruimte incidenteel, uit Perspectiefnota S.y pag. 40

-65.000

-65.000

-65.000

Noodzakelijke financiële wijzigingen

-20.000

Luchtfoto's, tweejaarlijks

15.000

Incidenteel resultaat Programmabegroting 2018-2021

-302.500

-221.000

-170.500

-29.000

Totaal saldo

-71.000

-91.500

70.000

220.500

ALGEHELE CONCLUSIE:

Ombuigingen zijn toereikend voor extra uitgaven en een sluitende begroting!

De begroting van Dalfsen is sluitend. Structureel is sprake van een overschot van circa € 200.000 en ook na aftrek van de incidentele posten resteren in het verloop van het meerjarenbeeld nog positieve saldi. De noodzakelijke uitgaven zijn in deze begroting opgenomen, evenals een groot aantal gewenste ontwikkelingen. Er is ruimte voor het doen van een groot aantal extra uitgaven en de ombuigingen ter grootte van circa € 650.000 zijn verwerkt. We kunnen hiermee volstaan en het is niet nodig de aanvankelijk geformuleerde taakstelling van € 1 mln te realiseren.
Kortom: als de raad besluit de begroting overeenkomstig het voorstel van het college vast te stellen, is de begroting structureel sluitend, is er ruimte voor extra uitgaven en zijn er (naast de genoemde circa € 650.000) geen extra ombuigingen nodig.

STRUCTUREEL
Toelichtingen

Meicirculaire
Betreft de mutaties zoals die in de notitie van 15 juni 2017 zijn genoemd en in de raadsvergadering van 22 juni 2017 aan u zijn voorgelegd.

Invulling financiële ruimte/taakstelling ombuigingen
Voor de toelichting op dit punt wordt u verwezen naar paragraaf 1.5 Financiële ruimte en ombuigingen.

Stelpost tegenvallend accres/Sparen voor investeringen/PM posten      Nadeel € 250.000
Het college heeft het voornemen € 250.000 te reserveren voor tegenvallend accres. Indien dit niet benut hoeft te worden, is het voorstel dit toe te voegen aan de algemene reserve vrij besteedbaar ten behoeve van toekomstige investeringen / PM posten uit de perspectiefnota.

Salarissen                           Nadeel € 70.000
Op 4 juli is de nieuwe cao-gemeenten bekend geworden. Deze gaat uit van 3,25% loonsverhoging in 20 maanden. De wijziging op de percentages sociale lasten/pensioenpremies geeft een daling van 0,75% aan. Per saldo een stijging van de lasten van 2,5%. In de jaarschijf 2018 van de programmabegroting 2017-2020 is rekening gehouden met 1% en bij de perspectiefnota is met nog eens 1% rekening gehouden. Per saldo moet er bij de begroting 2018 en verder nog rekening worden gehouden met 0,5%, een bedrag van € 70.000. Voor 2019 en verder kan voor dit bedrag een beroep gedaan worden op de stelpost loon-prijscompensatie (zie hiervoor notitie meicirculaire). Voor 2018 betekent dit een nadeel.

Nadeel ivm toerekenen uren, niet meer aan GREX            Nadeel € 85.000
In de afgelopen jaren worden er steeds minder uren gerealiseerd op de grondexploitatie, daarom is in de begroting besloten minder uren toe te rekenen aan de grondexploitatie.

Baten 2021 ophogen met 1% ten opzichte van 2020         Voordeel 2021 € 72.000
In de nieuwe jaarschijf 2021 wordt in een aantal gevallen rekening gehouden met een 1% opbrengststijging.

Salarissen 1% ophoging 2020-2021                  Nadeel € 140.000
In de nieuwe jaarschijf, 2021, wordt zoals gebruikelijk rekening gehouden met 1% salarisstijging. In de notitie meicirculaire 2017 is een stelpost opgenomen voor loon prijscompensatie. Voorgesteld wordt om deze stelpost hiervoor als dekking in te zetten.

Totaal financiële wijzigingen aangeleverd budgethouders         Nadeel € 149.000
Dit is een samenvatting van een aantal bedragen aangegeven door de verschillende budgethouders. Hieronder vallen bijvoorbeeld de accountantskosten, civiele kunstwerken en de transitiekosten voor de implementatie van de Omgevingswet en een aantal kleine wijzigingen. Een nadere toelichting op de accountantskosten, civiele kunstwerken en omgevingswet volgt hieronder.

Accountantskosten
De raad heeft in de raadsvergadering van 24 oktober 2016 BDO aangewezen als accountant, belast met de accountantscontrole voor de boekjaren 2016 tot en met 2018, met het jaar 2019 als optie tot verlenging. Nu het boekjaar 2016 is afgerond, is met de accountant geëvalueerd hoe dit 1e jaar is verlopen. Van beide kanten is er tevredenheid over de wijze van samenwerken (inhoudelijk goed, snel en prettig). Een knelpunt is ontstaan bij de urenbesteding: de accountant heeft aangegeven dat over 2016 aanmerkelijk meer uren moesten worden gemaakt dan waar ten tijde van de offerte van was uitgegaan. Dit heeft tot gevolg dat de accountant ook meer kosten heeft moeten maken. Dit geldt ook voor de komende jaren. De oorzaak hiervan is gelegen in de sterk toegenomen eisen van de AFM. De extra lasten bedragen € 26.000.

Civiele kunstwerken
Voor civiele kunstwerken waren tot nu toe alleen incidentele budgetten beschikbaar. Voor een duurzame en veilige instandhouding van deze kunstwerken is structureel budget benodigd. Voorgesteld wordt om civiele kunstwerken integraal onderdeel uit te laten maken van de openbare ruimte en dus van het beleidsplan en het hiervoor benodigde budget, € 44.000 eveneens te integreren in het totale budget voor IBOR.
Om te beoordelen of de onderhoudsprestaties binnen de totale openbare ruimte worden gerealiseerd, is monitoring noodzakelijk. Tot nu toe gebeurde dit incidenteel per vakdiscipline. Voorgesteld wordt twee keer per jaar de (beeld)kwaliteit te schouwen de kosten hiervan bedragen € 9.000.

Implementatie Omgevingswet Nadeel P.M.  (2018-2024)
Gemeenten zijn verplicht om zich voor te bereiden op de komst van de Omgevingswet in 2019/2020. Iedere gemeente draagt zelf de transitiekosten voor de implementatie van de Omgevingswet. Dalfsen heeft een gematigde ambitie qua tempo en doelstellingen en past de uitvoering hier op aan. Op basis van gedane projectverkenningen is een eerste inzicht geboden in de kosten voor de implementatie van de Omgevingswet. De totale kosten over de jaren 2018 tot en met 2024 voor de implementatie van de Omgevingswet zullen ca. € 650.000 bedragen. Bedragen kunnen nog afwijken door bijstelling van projectplannen of externe factoren. Definitieve bedragen worden meegenomen bij het Programmaplan Implementatie Omgevingswet welke begin 2018 door de raad wordt behandeld.
In verband met het uitstellen van de invoering van de Omgevingswet wordt vooralsnog de helft (€ 325.000) van de nu geraamde bedragen meegenomen. Dekking hiervoor kan gevonden worden in de stelpost tegenvallend accres / p.m. posten (€ 250.000).

Diverse wijzigingen en afrondingen
De mee- en tegenvallers van de overige wijzigingen vallen redelijk tegen elkaar weg in de jaren 2018 en 2019. Het gaat dan bijvoorbeeld om posten als rente en afschrijving. In 2020 en 2021 lopen de jaarlijkse verschillen bij dit onderdeel op naar bedragen van afgerond € 110.000 en € 160.000. Uit een analyse blijkt dat dit onder andere te maken heeft met de doorwerking van enkele mutaties op het gebied van dividend, rente en afschrijvingen. Dit mede als gevolg van de BBV wijzigingen die in 2017 zijn doorgevoerd. Zo zijn vanwege het wegvallen van de rentecomponent in de kapitaallasten, alle annuïtaire afschrijvingen omgezet naar lineaire afschrijvingen. Daarnaast zijn de afschrijvingen geactualiseerd  aan de hand van de werkelijke investeringsbedragen.
Enkele noemenswaardige neutrale mutaties /overhevelingen zijn:

  • Opvoeren afschrijvingslasten Cichoreifabriek met als dekking de onttrekking aan de reserves (deze mutaties worden verwerkt in programma 5).
  • Afschrijvingslast voormalige gymzaal Molendijk overhevelen vanuit programma 5 (sport) naar programma 1 (a.g.v. toewijzing aan juiste taakveld).
  • De ontvangen rente van de Rova werd in 2017 geraamd binnen het (gesloten) taakveld afval. In verband met de BBV-wijzigingen ingaande 2017 hoort rente binnen het taakveld treasury. Dit is een voordeel voor programma 1 van € 50.000. Binnen het taakveld afval blijft de raming budgetneutraal (hogere onttrekking voorziening).

INCIDENTEEL

Verkiezingen                        Nadeel voor 2019 € 20.000
In 2019 zijn er drie verkiezingen, Europees parlement, Waterschap en de Provinciale staten. In de begroting wordt tot nu toe rekening gehouden met twee verkiezingen. Dit levert voor 2019 een incidenteel nadeel op van € 20.000.

Luchtfoto's, tweejaarlijks               Voordeel voor 2021 € 15.000
Eens in de twee jaar is er een budget beschikbaar voor het maken van luchtfoto's. Omdat 2021 een kopie is van 2020 en er in 2020 budget beschikbaar was, moet er in 2021 een budget van € 15.000 afgeraamd worden.